Wie aan typisch zweeds eten denkt, denkt direct aan köttbullar: de Zweedse gehaktballetjes. De echte Zweden-liefhebber weet echter dat het land een veel rijkere eetcultuur heeft en er soms heel grappige eetgewoonten op na houdt (zoet!). Een bezoek aan Zweden geeft altijd weer het plezier om van andere smaken en gerechten genieten. De Zweden zijn wereldburgeres en eten hamburgers, Chinees en Italiaans, maar er zijn toch ook nog wel gerechten en producten te vinden die echt Zweeds zijn. Hieronder enkele voorbeelden van typisch Zweeds eten, opgetekend door Jan Smit (oprichter van Moose Färg): “Vaak kom ik met een kofferbak vol eten terug. Lees meer hieronder mijn favoriete voorbeelden van lekker Zweeds eten.”
Sill en andere vis
Natuurlijk: sill, de baltische haring. Dat is een andere dan die van ons. Ik wist het niet, maar er zijn nogal wat verschillende haringen. Daar kwam ik achter toen ik zelf dillsill wilde maken. Die baltische haring is hier niet te koop en met onze noordzeeharing – die overigens tegenwoordig voornamelijk door Noorse vissers wordt binnengehaald – krijg je niet hetzelfde. De ingelegde haring maak je eigenlijk heel simpel door de fileetjes in te leggen in (voorgekookt) water met azijn, wat witte peper, zware peper, kruidnagel, laurierblad, ui, een worteltje en als je dillsill wilt fijngehakte verse dille en jazeker: suiker. Toch is het niet zo gemakkelijk om die echte smaak te krijgen. Ik koop het gewoon, bijvoorbeeld op marktjes, zelfgemaakt door de visboer. Met kerst is er Sillsalad met rode bieten. Daar zit eigenlijk helemaal niet zoveel haring in, overigens.
Zelf Zweedse zure haring maken? Hier het recept om sill in te leggen.
Die baltische haring is veel kleiner dan de onze en malser ook. Ingelegde haring is er in oneindige variaties, dillsill dus en krydsill, brännvinsill en ga zo maar door. De versie met mayonaise en mosterd – senapsill – is voor mij typisch Zweden. Al lusten ze dit in heel Scandinavië.
Daarnaast natuurlijk de Gravadlax (zalm die onder een steen heeft gelegen, gefermenteerd), kaltröked laks en ook lekker warmgerookte zalm. Ook dit is uiteraard in saladevorm te krijgen, bijvoorbeeld met garnalen (Västkuströra). Het aantal variaties is niet te tellen. Ook viskuit is er in veel soorten (kaviar, niet echt maar van bv. forel) in potjes en tubes zoals Kalles kaviar. Deze is een beetje gerookt, mijn favoriet.
Fläderblomsaft: vlierbloesem
In Nederland was dit lange tijd niet populair, maar in Zweden overal verkrijgbaar: de frisse fläderblomsaft. Gemaakt van de bloesem van de vlierbes. Lekker fris, maakt goed met wat koozuurhoudend water. Een verfrissende zomerdrank, ik neem het altijd mee als ik weer in Zweden geweest ben. Een aanrader! Inmiddel is het in Nederland ook een hip bio-drankje geworden waar een leuke meerprijs voor wordt gevraagd.
Suiker in ongeveer alles: Senap.
Mijn vader – die jaren gevaren heeft – zei het al: In Zweeds eten zit bijna altijd suiker. Dat proef je in de beroemde Dillsil, ingelegde haring met een aparte marinade, maar ook in de mosterd (senap). Even wennen, maar ik vind het wel lekker. Het is iets milder van smaak. Lekker bij de net zo beroemde korv med bröd, de Zweedse Hotdog, die met senap-mosterd echt niet hetzelfde smaakt. De mosterd uit Skåne is wat dikker, bevat zwarte peper en is daardoor wat donkerder. In Zweden moet ik altijd even eentje kopen, bij Sybilla bijvoorbeeld.
Overigens een leuke anecdote van mijn vader: aan boord werd natuurlijk zware sjek gerookt. Als iemand aan wal ging werd er gevraagd: “Neem een pakje Varning mee”. Op de sjek staat met grote letters Varning… Dat is natuurlijk niet het merk, maar Zweeds voor waarschuwing. Zonder ‘Varning’ was het niet goed, zo vonden de zeelieden 🙂
Semla en ander Zweeds gebak
Zweden zijn liefhebbers van zoet en Zweeds gebak is heel apart. Vaak erg zoet en men gebruikt veel slagroom en marsepein, bv. bij de Prinsesstårta, die omhult is met gekleurd marsepein, vaak gifgroen. De room is vaak ongezoet, dat vind ik lekker.
Heel populair zijn Semlor (enkelvoud Semla), een soort bol, die aan de bovenkant wordt doorgesneden en gevuld met (in dit geval wel gezoete) slagroom en amandelspijs (mandelmasse). Zeer calorierijk, maar ze zien er spectaculair uit en zijn heel geliefd. Ik begrijp van mijn kennissen in Zweden dat je ze in een bord warme melk moet eten, dan wordt het hetvägg genoemd. Een merkwaardige gewoonte, maar wel begrijpelijk want de onderkant is knap droog.
Traditioneel worden Semla tussen kerst en pasen gegeten (ik begrijp dat het iets met de vasten te maken heeft), en typisch op een dinsdag voor pasen. Ze worden ook wel fettisdagsbulle (vrij vertaald: ‘Dikke-dinsdagrol’), fastlagsbulle (in het zuiden van Zweden en in het Zweeds spekende deel van finland) genoemd. De naam van het gebak komt van het meel: semilla. Je ziet de semla ook de rest van het jaar. Ik zag laats een slimme bakker en die had ze in rolletjes gemaakt! Productvernieuwing!
Wrap semla, bedacht door een slimme bakker: Konditori Flanaden
Voor de Semla heb ik geen recept, maar wel voor deze andere Zweedse lekkernij: Snickerskaka.
Peperkakor
Nog eentje in de categorie Zoet: de Zweedse pepparkakor. Ze zijn heel slecht te weerstaan; je kunt er zelden maar eentje van nemen. Misschien zijn ze daarom altijd in grote dozen te koop in de supermarkten 😉 Ze zijn te vergelijken met speculaas, maar smaken toch weer heel specifiek anders. Deze koekjes worden in Zweden in december massaal gegeten. Al zijn ze de rest van het jaar ook volop verkrijgbaar en in trek.
Zweedse bessen: hjortron, åkerbär
Zweden zijn gek van de natuur en alles wat daar te halen valt. Aan het einde van de zomer trekken hele families het bos in en verzamelen bessen en later paddestoelen. Favoriet zijn naast frambosen de bosbessen (blåbär), bosframboosjes (åkerbär) en zeker hjortron (hertenbes). Boven de poolcirkel worden massaal goedkope arbeidskrachten ingevlogen, tegenwoordig vaak uit Vietnam om de oogst in korte tijd binnen te halen.
In supermarkten is een enorme sortering te krijgen en het leukst vind ik die vrieskistjes met een doorzichtig deksel waar je zelf je bevroren bessen kunt scheppen en een eigen mixje maken. Ik vind ze erg lekker. Ze hebben het goed voor elkaar die Zweden…
Drottingsylt
De Zweden zijn dus, net als ik, enorme liefhebbers van bessen. De meest bekende is lingon. Daar wordt o.a. sylt van gemaakt, een wat dunne jam waar ik altijd een paar potten van meeneem. Lingonsylt wordt zoveel gegeten dat er hele grote potten verkrijgbaar zijn, van 1,5 liter en meer. Lingonsylt wordt natuurlijk bij de köttbullar geserveerd, maar daarnaast ook bij zo ongeveer alles: in de kwark, op roggebrood, er worden koekjes mee gebakken… Het wordt niet bij zalm gegeten overigens 😉
Een heel creatieve sylt is drottingsylt – koninginnejam: een slim mengsel van halon (framboos) en blåbär (blauwe bosbes). Ergens anders kwam ik deze jam nog niet tegen, erg lekker!
Havregryn en risgröt
Sommig Zweeds eten is of was ook in Nederland bekend. Zweden zijn erg conservatief en daarom zijn een aantal “oude” gerechten daar nog bijzonder populair. Havermout bijvoorbeeld in vele varianten: Havregryn en de wat fijnere Gyllenmust (gouden most) wordt gegeten bij het ontbijt. Vooral de laatste vind ik erg fijn van smaak. Vullend en calorierijk maar met wat lingonsylt erg lekker en als je dat bij het ontbijt hebt genomen kun je er weer behoorlijk tegen.
Risgröt is ook een lekkernij; een soort rijstebrij, maar met vanille en wat room. Zelf te maken van Grötris, een plakkerig uitvallend soort rijst. Het is even een werkje, maar kost bijna niks en weer heel vullend. Vaak met wat kaneel, maar ik vind het lekkerder met weer lingonsylt.
Leuk dat deze oude gerechten daar nog zo populair zijn.
Zelf risgröt maken? Hier is het recept voor Zweedse rijstpap!
Zweeds eten: drop?!
Wij denken wel eens dat drop een typisch Nederlands verschijnsel is, maar dat is niet zo. In Zweden is lakrits net zo populair. Ze hebben zelfs een Lakritsdagen op 12 april. Ze hebben voor meer zoetigheid een speciale dag overigens: 4 oktober is de dag van de Kanelbullar, 9 december is Pepparkakans dag en 23 augustus is de Köttbullens dag.
Niet alleen in Zweden zijn ze dol op drop; vooral Finland is kampioen drop eten. In Denemarken kwam ik zelfs iets bijzonders tegen: drop-topping voor ijs. Brrrr… drop op ijs. Het heet Lakrids topping. Ik heb het niet geprobeerd, niet echt mijn smaak dus ik kan je helaas niet vertellen of het aan te arden is.
Zweeds zuivel: filmjolk, fil, skyr en grädfil
Nederland zuivelland? Wij hebben natuurlijk veel kaas en melkproducten, maar mijn favoriet is toch de Zweedse Filmjölk. Dit is een kruising tussen yoghurt en kefir en wordt in Zweden vaak gegeten bij het ontbijt. Heel mild en wat tintelend op de tong. Een fermentatieproduct met een heel speciale smaak, een beetje zoals het Deens umer maakt. Ik neem het altijd mee, want in Nederland krijg je het niet.
Op doorreis in Denemarken kwam ik overigens Skyr tegen, uit IJsland (in Zweden zag ik het nog niet), ook een gefermenteerde melk. Ten tijden van het schrijven dan dit blog – in 2015 – nog totaal onbekend, inmiddels – in 2022 – in iedere Nederlandse supermarkt verkrijgbaar! Skyr is wat dikker dan fil, heel apart. Fil is er ook in veel soorten en merken zoals Fjällfill en Öresundsfil, allemaal varianten op het thema. Er is ook Grädfil, dit is bijna een soort zure room.
Zweedse kaas vind ik ook lekker. Het smaakt iets zurig, dat is lekker fris. Wat minder vlak dan de conventionele Nederlandse Gouda (ook niks mis mee overigens). Grevé lijkt een beetje op Emmenthaler, Präst is wat pittiger.